Souterrain
Het Souterrain in Den Haag, ook wel bekend als de Tramtunnel, bestaat uit een tram- en lightrailtunnel van 1250 meter, twee stations (Spui en Grote Markt) en een parkeergarage voor 375 auto's. De tunnel begint op de Prinsengracht, hoek Brouwersgracht en loopt onder de Grote Markt, de Grote Markstraat en de Kalvermarkt tot aan het Muzenviaduct bij het ministerie van VROM en het Centraal Station. De tram rijdt op het laagste niveau en daarboven bevinden zich de parkeerlagen gemaakt.
Leefbaarheid en veiligheid
De tunnel heeft de leefbaarheid en de veiligheid in dit deel van de binnenstad sterk verbeterd. De tunnel is zoveel mogelijk geïntegreerd in de stad, zowel ruimtelijk als programmatisch. Ruimtelijk door het maaiveld zodanig te manipuleren dat een gelijkvloerse ingang ontstaat, zoals bij station Grote Markt. En programmatisch door een verbinding te maken met interessante raakvlakken zoals winkels. Sociale veiligheid stond bij dit ontwerp centraal. Er zijn bijvoorbeeld geen hoeken waar mensen zich kunnen verstoppen. In verband met het doorzicht zijn er zo min mogelijk kolommen toegepast en is er veel glas gebruikt.
Bouwen onder water
Als bouwwijze is in eerste instantie gekozen voor de wanden-dak methode omdat het tramverkeer en de passanten in de Grote Marktstraat zo min mogelijk hinder mochten ondervinden. Na het bouwen van het dak kon het stadsleven bovengronds gewoon doorgaan en werd er onderdaks gegraven en gebouwd. Na een grote lekkage in de groutlaag (1998) en een denkpauze van twee jaar is besloten de tunnel verder af te bouwen onder luchtoverdruk. De luchtoverdruk in de tunnel zorgde ervoor dat het water werd weggedrukt. Deze manier van werken kostte extra tijd en vele hulpconstructies, waaronder grote sluizen voor mensen en materialen.
Prijzen
De Haagse tramtunnel werd uiteindelijk op 16 oktober 2004 geopend door minister Karla Peijs en de toenmalige burgemeester Wim Deetman van Den Haag. In 2005 won het Souterrain de Betonprijs in de categeorie constructies in de waterbouw.